STATUTENWIJZIGING – 2 mei 2017

1 – NAAM EN ZETEL

De vereniging draagt de naam: WATERSPORTVERENIGING FLACQUEE (ook genoemd Watersportver. Flacquee). Zij werd opgericht op negenentwintig april negentienhonderdvijfenzestig. Zij is gevestigd te Middelharnis, gemeente Goeree-Overflakkee.

 2 – DOEL

  1. De vereniging heeft ten doel: de beoefening en bevordering van de watersport, en het verrichten van al hetgeen met het eerder genoemde verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
  2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
    1. het beleggen van vergaderingen en bijeenkomsten, het houden van cursussen en lezingen;
    2. het organiseren van wedstrijden en tochten;
    3. het aanbrengen en instandhouden van de nodige accommodatie;
    4. het verkrijgen van de daartoe benodigde geldelijke- en andere middelen;
    5. het aanleggen en beheren van geldelijke reserves en/of fondsen;
    6. het organiseren en/of doen organiseren van manifestaties en acties tot het verkrijgen van geldelijke- en andere middelen;
    7. alle andere wettige en geoorloofde middelen die met haar doel verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

 3 – LEDEN

  1. Lid van de vereniging kunnen zijn: natuurlijke personen van achttien (18) jaar en ouder en die het doel en de statuten van de vereniging onderschrijven. Naast genoemde vereisten kunnen slechts lid van de vereniging zijn personen die over een vaste ligplaats beschikken bij de vereniging. Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overgang vatbaar.
  2. De secretaris van het bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Als een lid heeft ingestemd met de oproeping van een algemene vergadering met communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.
  3. Een lid kan door het bestuur voor een periode van ten hoogste drie maanden worden geschorst als een lid in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende deze periode van schorsing kan het lid zijn lidmaatschapsrechten niet uitoefenen. Zijn lidmaatschapsverplichtingen blijven bestaan.
  4. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot schorsing in kennis is gesteld, kan dat lid tegen dat besluit in hoger beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst.

4 – ERELEDEN EN BUITENGEWONE LEDEN

  1. Ereleden zijn personen die op voordracht van het bestuur of de algemene vergadering als zodanig door de algemene vergadering zijn benoemd wegens hun verdiensten voor de vereniging of wel wegens het feit zich ten opzichte van het doel dat de vereniging nastreeft bijzonder verdienstelijk te hebben gemaakt.
  2. Als buitengewone leden kunnen worden toegelaten personen die niet voldoen aan het gestelde in artikel 3 en zulks ter beoordeling van het bestuur.
  3. Ereleden en buitengewone leden hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hen bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd. Ereleden en buitengewone leden hebben het recht alle algemene vergaderingen van de vereniging bij te wonen en daarin het woord te voeren. Ereleden en buitengewone leden kunnen als zodanig geen stemrecht uitoefenen. Bovendien hebben ereleden en buitengewone leden het recht om aan de door de vereniging
    georganiseerde wedstrijden, oefeningen, cursussen en andere evenementen deel te nemen.

5 – TOELATING

Leden zijn personen die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten. Bij niet- toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. De algemene vergadering kan haar bevoegdheden hiertoe delegeren aan een door haar ingestelde commissie.

6 – EINDE LIDMAATSCHAP

  1. Het lidmaatschap eindigt door:
    1. het overlijden van het lid;
    2. opzegging door het lid;
    3. opzegging door de vereniging;
    4. ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts plaatsvinden tegen het einde van een boekjaar, mits schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste een maand. In ieder geval kan het lidmaatschap worden beëindigd door opzegging tegen het eind van het boekjaar, volgend op dat waarin wordt opgezegd, of onmiddellijk, als redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De contributie voor het lopende jaar blijft het lid verschuldigd. Te late opzegging heeft tot gevolg dat het lidmaatschap – met inbegrip van de daaraan verbonden verplichtingen – eerst eindigt aan het eind van het volgend boekjaar, tenzij het bestuur wegens bijzondere omstandigheden anders besluit. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing is meegedeeld. In dat geval blijft hij de oorspronkelijk voor dat jaar vastgestelde contributie verschuldigd.
  3.  Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van opzegging. Opzegging is mogelijk:
    1. als een lid ter discretionaire beoordeling van het bestuur niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het lidmaatschap.
    2. als een lid – ondanks zorgvuldige aanmaning – zijn verplichtingen ten opzichte van de vereniging niet nakomt, of
    3. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.
  4. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van de ontzetting. Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld. De ontzetting gaat onmiddellijk in. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.
  5. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat lid van dat besluit in beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
  6. Aan de eis van schriftelijkheid van een opzegging of een bericht van ontzetting wordt niet voldaan indien de opzegging of het bericht van ontzetting uitsluitend elektronisch is gecommuniceerd.

7 – ASPIRANT-LEDEN

  1. De algemene vergadering kan besluiten tot het instellen van het aspirantlidmaatschap. Aspirant-leden zijn niet ‘gewone’ leden zonder stemrecht, geen ereleden en geen buitengewone leden, maar aangeslotenen die op de wachtlijst staan voor een ligplaats bij de vereniging. Aspirant leden hebben geen stemrecht maar kunnen wel deelnemen aan alle activiteiten van de vereniging. Er kunnen verschillende categorieën aspirant-leden zijn. Aspirant-leden hebben alleen toegang tot de algemene vergadering als die vergadering daartoe besluit. Zij hebben daar geen stemrecht.
  2. Uitsluitend de in deze statuten voor leden getroffen regelingen over toelating, opzegging en ontzetting met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op de aspirant-leden.
  3. De aan het aspirant-lidmaatschap verbonden financiële bijdrage per boekjaar, wordt door de algemene vergadering vastgesteld. De bijdrage kan per categorie verschillen, afhankelijk van de activiteiten die voor het aspirant-lid open staan.
  4. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen, leeftijden en adressen van de aspirant-leden zijn vermeld.

8 – DONATEURS

  1. Donateurs zijn personen, die door het bestuur als zodanig zijn toegelaten. Donateurs zijn gebonden aan de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging. Zij hebben alleen toegang tot de algemene vergadering als die vergadering dat besluit. Zij hebben daar geen stemrecht. Donateurs hebben het recht om aan de door de vereniging georganiseerde wedstrijden, oefeningen, cursussen en andere evenementen deel te nemen. –
  2. De in deze statuten voor leden getroffen regelingen over toelating en opzegging met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op donateurs.
  3. De algemene vergadering stelt het minimumbedrag vast dat, hetzij per boekjaar, hetzij ineens, door een donateur aan de vereniging is verschuldigd.
    Daarbij kan aan de donateurs gevraagd worden om een opdracht tot automatische betaling van de periodieke bijdrage te verstrekken.
  4. De secretaris houdt een register bij waarin de namen en adressen van de donateurs zijn vermeld.

9 – CONTRIBUTIE VAN DE LEDEN

  1. De leden en de buitengewone leden betalen een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de algemene vergadering. De leden kunnen daarbij in categorieën worden ingedeeld die een verschillende contributie betalen.
  2. Het bestuur is bevoegd om, wegens bijzondere omstandigheden, geheel of ten dele ontheffing te verlenen van het betalen van contributie in enig jaar.
  3. De algemene vergadering kan besluiten dat de jaarlijkse contributie in gedeelten kan worden betaald en kan daaraan voorwaarden verbinden.
  4. De secretaris houdt een register bij waarin de namen en adressen van de leden zijn vermeld.

10 – BESTUUR: SAMENSTELLING EN BENOEMING 

  1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit een oneven door de algemene vergadering vast te stellen aantal van ten minste vijf (5) personen. Het bestuur kent een voorzitter, secretaris en penningmeester. Het bestuur voorziet zelf in de verdeling van de functies, tenzij de algemene vergadering zich het recht voorbehoudt de voorzitter te benoemen.De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
    Voor elk van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die in geval van ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.
  2. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden. Deze benoeming geschiedt uit de leden van de vereniging. De bestuurders kunnen ook uit de buitengewone leden worden benoemd in het geval dat onder de reguliere leden geen kandidaten bereid gevonden worden een bepaalde functie in het bestuur te vervullen. Aan deze bestuursleden wordt gedurende hun bestuursperiode stemrecht verleend.
  3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een voordracht. Het bestuur is bevoegd een voordracht op te maken. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld. De voordracht is bindend. Aan de voordracht kan evenwel het bindend karakter worden ontnomen
    door een besluit van de algemene vergadering, met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen. In die vergadering moet ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Als de algemene vergadering het bindend karakter aan de voordracht heeft ontnomen, is het vrij in de benoeming. De algemene vergadering is eveneens vrij in de benoeming als de voordracht niet uiterlijk bij de oproeping voor de algemene vergadering door het bestuur is meegedeeld.

11 – EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP; SCHORSING

  1. Een bestuurslidmaatschap eindigt:
    • door het vrijwillig aftreden van een bestuurslid;
    • door verloop van de termijn waarvoor het bestuurslid is benoemd;
    • door overlijden van een bestuurslid;
    • door ondercuratelestelling van een bestuurslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;
    • wanneer het bestuurslid niet langer lid of buitengewoon lid is van de vereniging;
    • door ontslag van het bestuurslid op grond van een besluit van de algemene vergadering ;
    • wanneer het bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surséance van betaling verkrijgt; een en ander met in achtneming van het hierna bepaalde.
  2. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst . De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd.
    Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan.

12 – BESTUUR: BIJEENROEPING, VERGADERINGEN, BESLUITVORMING

  1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
    • a. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt schriftelijk, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda).
    • b. De bestuurder die voor dit doel een adres aan de vereniging bekend heeft gemaakt kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
  2. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
  3. Indien werd gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
  4. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich ter vergadering te doen vertegenwoordigen. Een elektronisch vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht. Een bestuurder kan slechts één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.
  5. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem. Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven,
    worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

13 – LEIDING VAN DE VERGADERINGEN, NOTULEN, BESLUITVORMING BUITEN VERGADERING

  1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden.
  3. Het door de voorzitter in de vergadering uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.

14 – BESTUUR: TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Elke bestuurder is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend. Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
  2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt. Het bestuur heeft de goedkeuring nodig van de algemene vergadering voor het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten als hiervoor omschreven. Deze beperking van de bevoegdheid van het bestuur kan aan derden worden tegengeworpen. Het bestuur is niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij dit geschiedt onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
  3. Het bestuur heeft de goedkeuring van de algemene vergadering nodig voor besluiten tot:
    • het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen of geven van registergoederen;
    • het aangaan van geldleningen of kredietovereenkomsten;
    • het ter leen verstrekken van gelden;
    • het aangaan van een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van een geschil;
    • het optreden in rechte, met inbegrip van arbitrale procedures, waaronder niet begrepen het nemen van conservatoire maatregelen en andere rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden;
    • het doen van investeringen en aangaan van andere rechtshandelingen die uitgaan boven het bedrag dat de algemene vergadering per jaar kan vaststellen.
    • het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten. De algemene vergadering kan bij een daartoe strekkend besluit duidelijk  te omschrijven andere dan hiervoor omschreven besluiten van het bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit van de algemene vergadering wordt onmiddellijk aan het bestuur medegedeeld. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen beroep worden gedaan.
  4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter van de vergadering
    aangewezen persoon. De notulen worden – nadat zij zijn vastgesteld – door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
  5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard.
    Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft gemaakt.